De lezer (Frans Masereel)

Een beter mens?

De stukadoor over de vloer. Hij verbaast zich over de vele boeken in de woonkamer. ‘Hebt u al die boeken gelezen?’ ‘De meeste wel, hoezo?’ ‘Gaat u ze opnieuw lezen?’ ‘Nou nee, niet zo vaak’. ‘Waarom staan ze hier dan?’ Tsja. Is dat om indruk te maken? Of enkel voor de kinderen die de ruggen van een biografie gebruiken als spellingsmateriaal: ddd.rrr.eee.eee.sss?

Pakhuizen oud papier

Onderzoekster Joanna Sikora heeft een beter antwoord. Kinderen die opgroeien in een omgeving met boeken ontwikkelen zich veel beter dan kinderen die in diepe boekarmoede leven. Het effect van de boekenrijkdom is onafhankelijk van de opleiding of het werk van de ouders.

 

Nog gekker: kinderen hoeven die boeken niet eens te lezen! Alleen al de aanwezigheid van boeken maakt dat de geletterdheid toeneemt.

 

Een huis met boeken is geen pakhuis oud papier met gekleurde kaftjes, het is een huis waar voorgelezen wordt, waar over boeken gesproken wordt, waar gepraat wordt over inzichten, invalshoeken en hoe je verhalen kunt vertellen. Het is een plek waar de verbeelding aan de macht is.

Library Suffers Damage, 1940, Londen

Word je een beter mens als je boeken leest? Dat idee krijg je wel eens. Lezen zou, aldus een club die het lezen wil bevorderen, niet alleen je denken verruimen maar, nog mooier, ook je empathisch vermogen een flinke boost geven. Zou het echt zo werken?

 

Dat je, stel dat je een goed mens bent, dat je dan door boeken te lezen nog beter wordt? Of dat je, als je een slecht mens bent, dat je dan met behulp van boeken op het goede doch smalle pad terecht zou komen? Dat rechters voortaan vooral doende kunnen zijn met het voorschrijven van boeken?

 

Gruwelijke sprookjes

Ik denk dat het precies andersom werkt. Dat het de lezer is die de werking van een boek bepaalt.

 

Lees bijvoorbeeld de ervaring van Manon Uphoff: ‘Bijbelse verhalen, mythen, sagen, gruwelijke sprookjes. Ze porden mijn hart en prikkelden mijn zintuigen. Kijk daar, een hand met spijkers doorboord, een kind met een ijssplinter in het hart, een voor straf verwoeste stad. Wat vreselijk, ernstig, echt’.

'Straks zal de HEER, uw God, u naar het land brengen dat u in bezit zult nemen en veel volken voor u op de vlucht jagen' (Deuteronomium)

Boeken als ladders naar het licht

Als je lijdt aan depressies lijkt het lezen van boeken niet een voor de hand liggende therapie. Behalve wanneer je zelf een helende werking uit boeken kunt halen.

 

In Ladders naar het licht onderzoekt Anne-Fleur van der Meer of het lezen van literatuur kan helpen bij depressies. In een door haar onder de loep genomen autobiografie Kikker gaat fietsen probeert de ik-verteller zijn ziekte te begrijpen, hij zoekt antwoorden in medische maar ook in literaire teksten. Hij voelt zich vaak onbegrepen en sluit zich af van de wereld. Zijn diepste wens is verbinding te leggen met anderen tegelijkertijd is dat het moeilijkste.

 

Literatuur kan hem verlichting bieden:  ‘Ik word omringd door de grootste denkers en schrijvers,  ze zijn er als ik ze nodig heb en vallen me nooit lastig. Is het vreemd dat mijn vriendenkring zich meer en meer beperkt tot dit kordon van papieren getrouwen?’

Kikker op de fiets (geïnspireerd op Max Velthuijs)

Verlossing

Het onuitsprekelijke van depressies maakt het mensen moeilijk om hun gevoelens goed en precies uit te drukken. Literatuur geeft hen een nieuwe taal voor hun lijden, de literaire taal  werkt verlossend: 'De woorden scheppen een ruimte waarin ik binnen kan lopen, ik verlaat mezelf, stap de tekst in en word voor het eerst sinds lange tijd bevrijd uit de donkere binnenruimte waarin ik opgesloten ben'.

 

De lezer maakt een boek; hij beleeft er plezier aan, hij wordt er door geërgerd of geschokt, hij steekt er wat van op en misschien komt hij in een heel andere stemming. Wordt hij er een beter mens van? Hm, dat lijkt misschien meer iets voor een sprookje.  

###