Gilead aan Zee

 

Hij was de politiek ingegaan voor zijn idealen. Het weren van propaganda voor valse religies, de proclamatie van de man als het hoofd van de vrouw, afschaffing vrouwenkiesrecht, invoering van de zondagsrust, verbod op stakingen… Hij droomde van een theocratisch bolwerk dat het rijk van de duivel zou verdrijven.

Bij ons in de Biblebelt (Catharijneconvent 2019)

Wat zou het mooi zijn als hij, de eenvoudige polderjongen, het rijk van de antichrist te gronde zou werpen en als de grote stuurman zou optreden van een regering geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods.

 

Was de tv (Tot Verdoemenis) niet het kijkkastje van de duivel? Zeker weten, maar als hij die drie (Deo volente: vier) zetels wilde halen dan had hij de stemmen van behoorlijk wat verdoolden hard nodig. En dus verscheen hij bij de gehaaide interviewster. Hij wist wat hem te doen stond. Overkomen als wijze politicus, als nestor, nee, als geweten van de Tweede Kamer. En vooral niet als fundamentalist, als achterneefje van de Taliban. Dus niets zeggen over de principes en de waarden van zijn geliefde partij, die zijn enkel voor intern gebruik.

 

Geografische spreiding SGP-stemmers (2010)

Na afloop zat hij in de taxi naar huis. Hij had die spitse mevrouw toch maar mooi suf gepraat. Hij, de winnaar van de Thorbeckeprijs voor politieke welsprekendheid, die geprezen werd om zijn heldere formuleringen en humor. Het was hem heus wel opgevallen, dat zij moedeloos werd van zijn krompraat en irrelevante uitweidingen, alles om maar geen concrete antwoorden te geven. Flarden van het vraaggesprek vlogen door zijn hoofd. Hij sukkelde in slaap met een brede grijns.

 

‘Laat u zich vaccineren?’ (Ze denkt toch zeker niet dat ik daar antwoord op geef! Ze heeft vast nog even gekeken naar onze dominee tijdens de polio-epidemie in de jaren zestig. Hoe was het ook al weer? O ja, ‘Gezondheid is een gave Gods, de ziekte is een straf die je moet ondergaan. Gezonde mensen hebben de medicijnmeester niet nodig.’).  'Daar ga ik zorgvuldig over nadenken. Er wordt bij ons verschillend over gedacht. Mijn achterban heeft daarbij de mening van mijn persoontje niet nodig.'

Demonstrant op zondagmorgen tijdens de polio-uitbraak in Elspeet (1966)

‘U bent voor de doodstraf. Stel dat dat realiteit wordt, hoe gaat dan dan: met de kogel, stoel of gif?’ (Haha, ze hoopt natuurlijk dat ik antwoord geef. Ik zie de krantenkoppen al voor me: ‘De kogel komt van Van der Staaij’. Gekke Henkie.)  'Nou, er moet eerst een meerderheid voor zijn en vervolgens een tweederdemeerderheid voor een grondwetswijziging. Het is nu niet aan de orde.'

 

‘Uw voorzitter is tegen samenwerking met Forum voor Democratie terwijl u de partij niet uitsluit.’ (Verdorie, een beetje stoken omdat die klojo van een voorzitter dat er even uitflapte. Moet ik weer recht breien.) 'Ach, weet u wat het is: wat versta je eigenlijk onder samenwerking? En bovendien, bijna geen enkele partij wil met FvD samenwerken, het is louter een academische kwestie. Punt.'

 

Toen de eerste boerderijen van B. in zicht kwamen werd hij wakker gemaakt door de taxichauffeur. Hij voelde meteen de spanning over de reactie van Marlies. De auto draaide de straat in, boven zag hij een wat blauwig schijnsel, beneden schemerde het. Toen hij binnen kwam, legde zij De Testamenten opzij. ‘En? Wat vond je?’

 

Ze zuchtte. Ze keek hem ernstig aan; in een flits was hij terug in Amersfoort waar hij haar leerde kennen bij de bijbelstudieclub, de pijn in zijn hart vlamde weer op, toen al voelde zij feilloos aan dat hij zijn geloof zo boetseerde dat het paste bij zijn brandende ambitie. Hij wist wat ze zou zeggen. ‘Kees, denk je nu echt dat dit is wat Hij wil horen?’

 

Het werd hem vreemd te moede. Hij deed het toch allemaal voor Hem?

 

Geheel versomberd strompelde hij naar zijn zolderkamer.

###

[Het interview met Kees van der Staaij in Nieuwsuur van 25 februari 2021 vormde de inspiratiebron voor dit stukje. De genoemde beleidsdoelen zijn afkomstig uit het huidige Program van Beginselen van de SGP. De formulering over de vaccinatiekwestie in de jaren zestig is ontleend aan De zwarte kousenkerken van A. van der Meiden uit 1968.]