Op zoek naar prikkels

Prikkels

Economen houden van prikkels. Zij dromen zich chauffeurs aan het stuur van de economie, altijd in de weer met rentestanden die zij willen verhogen of juist verlagen en als dat niet helpt toveren zij het middel van geldschepping of -vernietiging tevoorschijn. Een economie die naar hun pijpen danst, is hun natte droom, zij zijn de missionarissen van de maakbaarheid.

 

Voorkennis

Waarschijnlijk is dat ook de reden dat ze in verwarring raken door het idee van de predestinatie. Dat is dat oude idee in het calvinisme dat toetreding tot de hemel afhankelijk is van de uitverkiezing door God. Hij (de meeste predestinatie-experts gaan ervan uit dat God mannelijk is) weet namelijk vooraf welke keuzes mensen gaan maken en op die manier is hij op de hoogte wie voor Hem zal kiezen en wie niet. Hij kiest op basis van voorkennis.

Predestinatie

Dit brengt de econoom in verwarring. Dit is toch niet logisch? Er moet toch iets zijn waarmee je je kansen op het bereiken van de hemel kan vergroten? Er moet toch iets zijn als een bonus voor wie een goed leven leidt en aardig is voor medemens en andere schepsels? Hoe kan er nu een religie bestaan waarin prikkels ontbreken?

 

Met een mix van verbazing en afschuw kijkt de modale econoom naar Augustinus. Die meende, lang geleden in de vijfde eeuw, dat de mens diep is gevallen en zich zelf niet kan redden. Voor dat idee kreeg Augustinus niet bij iedereen de handen op elkaar, er waren verschillende opponenten die beweerden dat je met ascese en meditatie de hemel zou kunnen verdienen of, in ieder geval, dat je daarmee je kansen op het toekomstig paradijs flink zou kunnen vergroten. Dit dispuut plantte het zaadje voor het ontstaan van het calvinisme.

 

Weg met de priesters, bisschoppen en paus!

De gedachte dat je zelf invloed op de uitverkiezing hebt, klinkt aantrekkelijk.  Dat mensen die andere mensen niet doodknuppelen, geen vlees eten en doneren aan de voedselbank, een streepje voor hebben, klinkt logisch. Maar het legt ook een voedingsbodem, onze econoom zou dat een pervers effect noemen, voor handel, list en bedrog; alles wordt uit de kast gehaald om aan te tonen dat er inderdaad sprake is van een oppassend leven. En er ontstaat een groep van kunst-of-kitsch-experts om de geloofsbrieven te controleren.

 

Een klasse van bemiddelaars in de vorm van priesters, bisschoppen en paus zien erop toe of het toereikend was of dat er nog een tandje bij moest. In de ogen van protesterende theologen, Luther en Calvijn, kregen die bemiddelaars veel te veel macht; zij deden alsof ze God zelf waren, alsof zíj gingen over de zaligheid van mensen. In plaats daarvan grepen de grondleggers van het calvinisme terug op de ideologie van Augustinus, het idee dat God van te voren heeft bepaald wie gered wordt en wie niet.

      

 

De God van Nescio (uit: Dichtertje)

OMG

Dat heeft grote voordelen. Zo bevrijdt het van veel bureaucratie. Het principe dat een losbol verdoemd en een oppassend iemand geroepen is, is simpel en aantrekkelijk maar in de praktische details best lastig. Wat is precies een goed leven? En omdat ieder mens feilbaar is, hoe bereken je het saldo, hoe weeg je de goede tegen de slechte daden? En tellen slechte gedachtes dan ook mee? En is het eerlijk dat de een slechts 33 jaar leeft en dus veel minder gelegenheid heeft om goede daden te doen dan iemand die 78 wordt? OMG, het zou een heel gedoe zijn om dit allemaal te moeten administreren.

 

Het idee dat je zelf geen invloed hebt op uitverkiezing in combinatie met het gegeven de aanname dat slechts een klein aantal gelovigen uitverkoren is, maakt mensen onzeker en nerveus. Het benadrukken van de kleinheid en verdorvenheid van de mens zorgt voor nederigheid bij de gelovige, een probaat middel tegen Superbia, hoofdzonde numero uno.

 

De econoom heeft het er niet bij laten zitten, uiteindelijk heeft hij zijn prikkel gevonden.* Het is gebaseerd op de voorspelling dat mensen die uitverkoren zijn, zich als vrome mensen gedragen. Goed gedrag doet lijken alsof je uitverkoren bent, zelfs al heeft dat gedrag geen enkele consequentie voor de uitverkiezing zelf. In plaats van God te overtuigen dat je een plekje in de hemel verdient is goed gedrag een manier om jezelf en anderen te overtuigen dat je een toegangskaartje hebt.

 

Eureka!

Steun hiervoor vindt hij bij de uitkomst van een psychologisch experiment. Aan de deelnemers, verdeeld in twee groepen, wordt gevraagd hun hand zo lang mogelijk in ijswater te houden. De ene groep krijgt te horen dat hoe langer je dat volhoudt, des te beter je hartconditie is. De andere groep hoort dat het juist een slechte hartconditie impliceert (voor alle duidelijkheid: beide beweringen zijn onjuist). Het zal niet verbazen dat de eerste groep zijn hand langer in het ijswater houdt. Door hun gedrag proberen zij zichzelf te overtuigen dat zij een goed hart hebben.

 

Eureka! Vervang ‘een sterk hart’ door ‘uitverkoren’ en ‘ijswater’ door ‘religieuze bijdrage’ en de conclusie is helder. de gelovigen spannen zich maximaal in door zich voor te doen als heilige boontjes om zo zichzelf en anderen proberen te overtuigen dat zij uitverkoren zijn vanwege hun uitgekiende levenswandel. (Dat dat gevoel van uitverkoren zijn kan leiden tot Superbia moeten we maar op de koop toe nemen).

 

 

Ook zonder God is er uitverkiezing

Het ligt voor de hand om het vraagstuk van uitverkiezing en verwerping te beschouwen als een probleem voor de laatste resten van Bevindelijk Nederland. Maar schrijfster en ervaringsdeskundige Franca Treur ziet dat anders. ** Volgens haar is er ook in een wereld zonder God voortdurend sprake van verkiezing en verwerping.

 

Het ontstaan van de verzorgingsstaat heeft het individu bevrijd van zijn directe omgeving. Hij hoeft niet langer iedereen in zijn buurt te vriend te houden voor het geval dat hij ooit hulpbehoevend zou worden. Als de staat hem van wieg tot graf verzorgt, verandert het karakter van de afhankelijkheid. De steun vanuit de traditionele gemeenschap maakt plaats voor de meer anonieme steun van de overheid.

 

Dat geldt ook voor de behoefte aan bevestiging. Deze behoefte wordt alleen maar sterker, onder invloed van de individualisering komt de nadruk steeds meer op het idee van de zelfontplooiing; het bestaan wordt meer en meer gezien als een project dat zo succesvol mogelijk dient te zijn. En dus is er de speurtocht naar applaus. Maar het publiek bevindt zich niet meer in de buurt, de crowd zit nu in de cloud, daar woedt de jacht op complimenten, likes en duimpjes. Want we willen ons nog altijd onderscheiden van de ander; ondanks het afscheid van God blijft het idee van uitverkiezing.

###

* Ontleend aan een blog van Joel van der Weele op de site van Economisch Statistische Berichten (esb.nu/blog/20020804/psychologie-van-de-predestinatie).

** De redenering van Franca Treur is ontleend aan ‘Ben ik wel uitverkoren?’, een stuk in De Groene van 18 oktober 2017.