De schermenstorm

Luidkeels schreeuwend dat hij bestolen werd sprong de kleine generaal op en stormde  naar het  grote videoscherm dat pontificaal op het veld was geplaatst. Met een verbijsterende energie beukte de 71-jarige man met een pikhouweel in op het scherm. Het scherm knetterde, siste en viel uiteen in duizenden splinters. ‘Voetbal is oorlog en de schermen zijn de landverraders’, hoorde ik hem krijsen.

 

Bij het ontstaan van het voetbal deed je alsof, je creëerde een vijand waarvan gewonnen moest worden. Omdat het leuk moest blijven was er ook een moment van stoppen: tijd voor de gezamenlijke derde helft. Voor belangrijke wedstrijden werd een heuse gezagsdrager geïntroduceerd, er mocht iemand mee hollen om te bepalen of de bal over de lijn was geweest.

 

Nee, natuurlijk deugen beslissingen van scheidsrechters niet altijd. Ze zien het niet altijd goed, ze interpreteren de regels niet altijd goed, ze worden soms misleid door misbaar makende spelers en soms kúnnen ze het vanuit hun positie helemaal niet zien.

 

Elders is de gedachte aan de maakbare samenleving op een achterafplaats geparkeerd vanuit het besef dat de wereld nu eenmaal onvolmaakt is, het menselijk tekort weet u wel. Uiteindelijk is het verstandiger dat te aanvaarden dan al te doldriest en verkrampt de onbereikbare ideale samenleving te bevechten. Zo niet in het voetbal. Verreweg de meeste voetbalanalisten zijn uitgesproken voorstander van de video assistent, de VAR[1]. Voor hen is het zonneklaar dat de VAR een meerwaarde heeft: dan weten we namelijk ‘zeker’ of de bal over de doellijn is geweest, de VAR kan dit namelijk vanuit allerlei standen bekijken. Prachtig toch. Meteen invoeren. Nu.

Logisch zou je kunnen zeggen, het topvoetbal is gekaapt door oliedollars, er staan enorme belangen op het spel. Een doelpuntje meer of minder kan zomaar uitschakeling betekenen in bijvoorbeeld de Champions League waardoor je vele miljoenen misloopt[1].

 

Onze voetbalanalisten zijn bijna zonder uitzondering (ex-) grootverdieners maar ik ben er niet van overtuigd dat zij louter handlangers zijn van het grootkapitaal. Ze willen graag dat er ‘objectief’ wordt vastgesteld of er een strafschop toegekend moet worden. Ze vinden dat het er allemaal ‘eerlijk’ aan toe moet gaan, zij kunnen niet slapen wanneer een toegekend doelpunt ‘eigenlijk’ niet terecht was.

 

Ze zijn geobsedeerd door objectieve eerlijkheid. Die niet bestaat. En dus ontstaat er ook over beslissingen van de VAR, fijn voor de voetbalpraatprogramma’s, gemor. De bezwaren? De VAR isoleert een actie uit de context van de wedstrijd, bij de VAR ben je afhankelijk van wie die het scherm bekijkt en er is het besef dat er een arbiter moet zijn die de wedstrijd ‘leest’, communiceert met de spelers en aanvoelt of hij moet gedogen of juist streng moet optreden.

 

Voorlopig zitten we er mee opgescheept: we hebben niet alleen een scheidsrechter maar ook twee grensrechters, een vierde man, in de Champions League en Europa League ook nog twee mannetjes achter de doelen en nu ook nog de VAR. Dat brengt het totaal op zeven. Nog even en er zijn meer toezichthouders dan voetballers.

 

De commentatoren hebben geen oog voor de ondermijnende werking van de VAR, het gekonkelfoes tussen de VAR en de fluitist op het veld erodeert het gezag van de scheidsrechter. Het ondergraaft de afspraak dat we beslissingen van de scheidsrechter, juist als we het er niet mee eens zijn, respecteren. Natuurlijk kan hij een fout maken, jammer dan, een andere keer valt een beslissing in jouw voordeel uit. Misschien is het wel gezond om niet alles te willen beheersen en is het goed voor ons welbevinden te aanvaarden dat we soms geluk en soms pech hebben. En hé, het is ook maar een spel.

 

Scheidsrechters zijn er helemaal niet voor het voetbal, ze zijn er voor onze oefening in burgerschap: het accepteren dat iemand van ons (tijdelijk!) het gezag krijgt om een beslissing te nemen en dat we die accepteren ook als we ‘zeker’ weten dat wij gelijk hebben.

 

Misschien is het schermenstormpje van de kleine generaal uit mijn droom wel een teken aan de wand.

 

 

[1] Vanaf 2013 bestaat de Video Assistant Referee (VAR) in het voetbal. De veldscheidsrechter bepaalt of hij in bepaalde situaties hulp inroept van een scheidsrechter die de wedstrijden op videoschermen volgt. Op advies van de VAR kan de scheidsrechter zijn beslissingen herzien. De videoschermen kunnen op een aparte locatie staan, er worden ook proeven gedaan met on field review waarbij monitors langs het veld staan. In seizoen 2018/2019  is de VAR actief in de Eredivisie. Ook in de Champions League, Europa League en de Nations League wordt de VAR in 2018/2019 geïntroduceerd. In sommige andere sporten is de VAR al veel langer gemeengoed, de start van deze ontwikkeling ligt rond 1990.

[1] Alleen al het deelnemen aan groepsfase van de Champions League levert Ajax minimaal 40 miljoen Euro op. En dan hebben we het nog niet over de opbrengsten uit de verkoop van kaartjes, cola en shirtjes. Geen wonder dat de penningmeester de Eurotekens niet meer uit zijn ogen krijgt.