De man zonder visie

Profiel van Mark Rutte

Tekening: Marianne Snoek

I. Speurtocht

Biografen zijn er dol op. Zij spitten en speuren in alle hoeken en gaten naar die ene gebeurtenis in het verleden van hun hoofdpersoon die een scharnierpunt vormt voor zijn ontwikkeling. Jaloers kijken zij naar de literatuur. Daar lijkt het klip en klaar. Neem de roman Zwarte Schuur; de hoofdpersoon viert zijn succes als beeldend kunstenaar maar zijn schepper, Oek de Jong, zet de lezer al snel op het spoor van een jeugdtrauma.

Hij is als jongen van veertien door een vriendinnetje gekwetst (‘je lijkt wel een meisje’), deze kleinering leidt tot een tragisch ongeluk dat bepalend zal zijn voor zijn latere ontwikkeling.

 

Wat is de beslissende gebeurtenis in de biografie van een van de meest succesvolle politici? Hoe is die te achterhalen wanneer de man in kwestie zich verstopt en geen inkijkje wil geven in zijn persoonlijke drijfveren, zijn kwetsuren, trauma’s of wat dies meer zij. Wat de man drijft moet bij elkaar gepuzzeld worden uit brokstukken die her en der gevonden worden.

 

Het idee van causaliteit oogt simpel: A leidt tot B. Maar in de geschiedenis is het complexer, het heden heeft gewedijverd met andere mogelijke resultaten, het had ook anders kunnen zijn. Achteraf kun je pas het begin aanwijzen, ons gevoel van oorzakelijkheid is gebaseerd op een omkering. We kunnen een oorzaak niet als oorzaak beschouwen zolang we het gevolg niet kennen. We ervaren een gevolg en wijzen dan naar een oorzaak, het gevolg komt als het ware eerst.

 

Hij voert vanaf 2010 kabinetten van diverse politieke kleur aan die nauwelijks of geen steun van een parlementaire meerderheid hebben. Hij is een politieke Houdini, hij kan zaken doen met een rabiate populist, een steile calvinist en ooit heeft hij een pacifistisch angehauchte tegenstander weten te verleiden tot steun aan een schimmige militaire operatie. Hij is een meester in het vinden van geitenpaadjes en zijn ultieme manoeuvre is om op het laatste moment snel, radicaal en toch elegant van standpunt te veranderen.

II. Sleutel

Zijn succes is mogelijk geworden door de hedendaagse politieke situatie, het landschap is versplinterd, in het politieke centrum bestaan geen grote partijen meer en kiezers zijn permanent op drift. Het is geen tijd voor een politicus van het type bevlogen dominee, een politicus die in de ban van een ideaal, de boer op gaat om steun te verzamelen en kiezers te overtuigen dat zijn ideeën de weg naar een betere samenleving plaveien. Een politicus die voorop gaat in de strijd.

 

Rutte heeft geen visioen waar het naar toe moet, hij gruwt van visie. Wat moet je ermee, je verzeilt alleen maar in de loopgraaf van het eigen gelijk? Een denkraam doet zich gewichtig voor maar juist daardoor staat hij de oplossing in de weg. Het lijkt wel een meneer die jouw hulp inroept en daarmee pontificaal de weg naar de plaats des onheils verspert.

 

Wat de hedendaagse politicus nodig heeft is lichtheid van denken. En dus kan hij met elke partij regeren. En dus kan hij Ruttiaans beleid uit andere jaren omver kegelen met zijn meest recente kabinet: geen hypotheekaftrek > wel hypotheekaftrek, geen kilometerheffing > wel kilometerheffing, inzet op fraudejacht > inzet op ‘de menselijke maat’. Et cetera. 

 

Hij haalt de ideologie uit de politiek. En daarvoor heeft hij een even handige als compacte tas met gereedschap ontworpen: sfeer maken, contacten met jan en alleman onderhouden, praten en paaien, meeveren en vooral werken aan je imago én aan selectief geheugenverlies.  

 

Zijn onthechtheid biedt hem niet alleen de ruimte om onbevangen te denken maar is ook een bescherming tegen zwaarte. En dat komt hem goed van pas, een leider die iedere dag gebukt onder de problemen op kantoor komt wekt eerder medelijden dan vertrouwen. Misschien is dit ook wel de verklaring waarom zijn zware ambt geen zichtbare sporen van slijtage te zien geven.

Tekening: Hugo Freutel

III. Oorsprong

Het leven is een verzameling scenes, achteraf maak je er het verhaal van dat je leven heeft gevormd. Als nakomertje in een samengesteld gezin kent hij een zorgeloze jeugd. Vader zit in de handel maar er heerst thuis geen dominante liberale sfeer. Wel is er het gezinsmotto: meer ruimte voor bedrijven, een opvatting die hij tot in zijn vezels verinnerlijkt. Hij is een hyperactieve kleuter, die om zijn energie kwijt te raken maar vast naar school werd gestuurd. Hij kan goed leren, slaat een klas over, wordt gepest maar vindt aansluiting bij jongens met dezelfde interesses, een beetje nerdy-achtig praten zij over politiek, doen politieke interviews na en luisteren naar klassieke muziek.

 

Hij speelt met veel plezier piano; hij wordt ontroerd door muziek, zijn grote droom is toppianist te worden. Toen duidelijk werd dat hiervoor het echte toptalent ontbrak, zette hij al zijn kaarten op de politiek: hij twijfelt tussen PvdA en VVD, hij kiest voor de jongerenorganisatie van de VVD. Daar begint hij aan zijn mars. Al snel wordt hij voorzitter, tijdens zijn jonge jaren hangt op het clubkantoortje een foto van hem en zijn kompanen met als bijschrift ‘Kabinet Rutte-I’.

 

Na zijn afstuderen gaat hij werken bij de Unilever. Het openbaar bestuur trekt hem echter meer dan het verkopen van potten pindakaas en zodra hij de kans van zijn politieke vrienden krijgt, maakt hij de overstap. Hij maakt deel uit van een clubje rond de toenmalige politiek leider. Na diens aftreden geeft hij het stokje door aan zijn jonge vriend.

 

De dood van zijn vader wanneer hij nog jong (begin twintig) maar nog veel meer het overlijden van zijn broer vlak daarna, doen hem beseffen dat je maar een keer leeft. Volle kracht vooruit dus. Het startpunt van zijn obsessie: zijn plaats veiligstellen in de politiek geschiedenis. Het gaat hem niet om idealen, niet om de knikkers, bij hem is alles een spel, voor het spel heeft hij alles over.

IV. Succes

Zijn eerste verkiezingen leveren een fors verlies op en loopt uiteindelijk uit tot een titanenstrijd met  een stemmentrekker  uit eigen huis: Rita Verdonk. Zij haalt meer voorkeurstemmen dan hij. Zijn cursus straatvechten en de steun van partijbonzen redden zijn politieke leven, hij weet haar uit de partij te wippen.

 

Vervolgens gaat hij op zoek naar een verhaal, het antwoord is van een onthutsende eenvoud: ‘ruimte voor mensen, de staat is geen geluksmachine’.  Het ontketent geen enthousiasme. Het keerpunt komt in 2009, tegenover een zwak en ruziemakend kabinet (Balkenende-IV) krijgt hij vrolijk debatterend met oneliners, de Hard Werkende Nederlander wordt hier geboren, de handen op elkaar. Ook omdat de leiders van andere middenpartijen uitgeblust in de touwen hangen, wordt hij de grootste in 2010. Hij heeft zijn baantje. 

 

Onder zijn leiding wordt zijn partij een machtsfactor, hij maakt het credo van zijn ouderlijk huis tot leidraad van zijn kabinetten: meer markt, minder overheid, economische groei met ons land als belastingparadijs. Althans, voor grote bedrijven. Zelf spreekt hij graag over een ‘gaaf’ land. En inderdaad, in vergelijking met andere landen is Nederland vanwege de mix van vrijheid, gelijkheid, welvaart en sociale voorzieningen een van de fijnste landen van de wereld. Maar moet het niet veel beter? Is het niet beschamend dat de publieke sector knarst en kraakt als nooit tevoren, dat problemen als klimaatopwarming, ongelijkheid tussen arm en rijk, migratie en de opmars van ongeletterdheid onder jongvolwassenen niet of halfhartig aangepakt worden?

 

Zijn lichtheid is soms onverdraaglijk, zijn weglachen irritant, zijn koppigheid bij het plezieren van het grootkapitaal stuitend. Zijn kwaliteit is om bij nationale rampspoed, te schakelen naar de staatsman-modus: de grappen zijn weg, het gezicht strak, de spanning is terug in het lijf en naar vorm en inhoud is hij de staatsman die boven de partijen staat.

 

Oom Piet ziet politici als zakkenvullers en leugenaars. Rutte is het tegenbeeld van een graaier, hij geeft niet om geld, woont in een eenvoudig appartement, rijdt een oude auto en kan in zijn vrije tijd uitgetekend worden in jeans, hoodie en sneakers. Een politicus heeft echter een machtsbasis nodig: kiezers. Hij moet op piekmomenten voldoende steun verwerven. Zijn 'vaste' kiezers zitten aan de rechterkant van het centrum, de potentiële kiezers, absoluut noodzakelijk voor het handhaven van zijn positie, zitten echter in het reservoir waaruit de populistische partijen putten. En dus is er ook een stemmentrekker-modus.

 

Door mannetjesmakers is er hard gewerkt aan het bijschaven van zijn imago. Links-liberale sentimenten over ruimere vrijheid van meningsuiting en groene plannen zijn overboord gekieperd, het beeld van Mark-de gewone-buurman wordt zorgvuldig gekoesterd en waar mogelijk, flink aangezet: koffie-to go, fiets, appeltje, het wordt met zorg geregisseerd; elk jaar minstens een interview met De Telegraaf en EW (Elsevier), want ja, dat zijn de bladen van zijn achterban. En dit alles smeuïg gecombineerd met strak geplande uitspraken: ‘iedereen 1.000 Euro’, ‘opsodemieteren’, ‘in elkaar slaan’ en ‘pleur op’. Het is niet de slechtheid van de politicus zoals oom Piet denkt, het is de taal van de politicus die uit is op macht, die zijn aanhang wil uitbreiden door zich te verlagen tot een bedenkelijk moreel niveau.

 

Macht erotiseert, maar waarom niet bij Mark Rutte? Zelf heeft hij daar een doodenkele keer iets over gezegd, lang verhaal kort: het ligt aan de vrouwen. Toen hij staatssecretaris was zei hij dat zeer gesteld was op het alleen wonen, samenwonen is voor hem geen optie. En dat is, aldus onze hoofdpersoon, voor de vrouwen een onoverkomelijk obstakel. Maar wat zou de psychiater vinden? Zou het misschien iets te maken hebben met zijn teflonlaag, die verdikking van zijn huid waardoor hij in de politiek schier onaanraakbaar lijkt maar die in het gewone leven verwordt tot een pantser van zijn ziel en werkelijke intimiteit onmogelijk maakt?    

V. Ondergang

Hij is de langstzittende minister-president. Maar in die meer dan 4.310 dagen werkt hij ook aan het einde van zijn politieke houdbaarheid. De man die in Europa bekend staat om zijn bijkans fotografisch geheugen, ondermijnt zelf zijn positie. 

 

De omstreden deal van justitie met een drugscrimeel: de portee was naar zijn naaste medewerkers gemaild; Rutte zei van niets te weten. Bij de afschaffing van de dividendbelasting waren er geen memo’s; aldus Rutte. Dus wel. Hij noemde het achteraf ‘een verbreding in de feitelijkheid’. Zeventig burgerslachtoffers bij een Nederlands bombardement in Irak, de defensieminister had hem hoogstwaarschijnlijk persoonlijk ingelicht; hij wist het echt niet meer. Hij kon toch geen herinneringen die hij niet had, moet-ie dan ‘faken’? Bij de formatie werd gesproken over een andere positie voor kritisch kamerlid Omtzigt. Niemand had die naam genoemd. Rutte al helemaal niet. Later bleek dat hij het kamerlid wel degelijk had genoemd. Het bleek een onwaarheid. Kan de beste gebeuren, ja toch?

 

Zijn passie voor het politieke spel heeft hem een historisch record opgeleverd. Zijn onophoudelijk ontkennen, verdringen, strategisch vergeten en liegen erodeert langzaam maar zeker het vertrouwen. Het produceert een zure toon, het krediet van de allemansvriend raakt op, de glans is er af, zijn politieke einde is in zicht.

###

 

Een eerdere versie verscheen onder de titel Het raadsel-Rutte. Ter gelegenheid van het passeren van de 4.310-grens op 2 augustus 2022 is dit verhaal uitgebreid en geactualiseerd.