Pleidooi voor ongelijke kansen (longread)

Sommige kinderen zijn gelijker dan anderen

De tv-serie Klassen bracht de verschillen helder in beeld: in intelligentie, in eigenschappen als concentratie,  motivatie, doorzettingsvermogen,  in ondersteuning van ouders, in stabiliteit van de gezinssituatie. De boodschap wordt er ingehamerd, ondanks goedwillende onderwijzers is de gelijkheid van kansen ver te zoeken.

 

In zijn essay uit 1958 over gelijkheid en opvoeding muntte Michael Young de term meritocratie voor een samenleving waarin het draait om de eigen verdiensten. Of je nu kind van de slager of van de notaris bent, ieder kind met voldoende intelligentie en ijver zou gelijke kansen op een goede opleiding behoren te krijgen. Deze ideologie belooft een uitbanning van armoede en ongelijkheid. Onderwijs als koevoet voor een betere samenleving.

 

‘Here I am, a workman. Why am I a workman? Am I fit for nothing else? Of course not. Had I had a proper chance, I would have shown the world. A doctor? A brewer? A minister? I could have done anything. I never had the chance. And so I am a worker’ [uit: The Rise of the Meritocracy].

 

The Rise of the Meritocracy van Young is zo’n boek waarvan alleen de titel voortleeft. Hij schreef een dystopisch sprookje waarin een volbloed meritocratie verwordt tot een wrede klassenmaatschappij.  Zijn waarschuwing is, ook door zijn sociaaldemocratische partijgenoten, volledig genegeerd, het ideaal van de meritocratie is nog altijd springlevend. De aantrekkelijkheid schuilt in de kracht van de retoriek: gelijke kansen, het benutten van je talenten, het worden wie je bent, het maken van een carrière op basis van de eigen verdiensten. Wie kan daar nu tegen zijn?

 

Eigen verdienste?

Een eerste kanttekening is de vraag hoe eigen zijn die verdiensten nu eigenlijk? Neem een bovengemiddeld intelligent kind; na de basisschool gaat zij naar het vwo en studeert daarna natuurkunde, doet een master in de VS en slaagt erin via een studentassistentschap onderzoeker en later hoogleraar te worden aan een van de meest prestigieuze universiteiten in Amerika. Is dit succes verdiend? Is het haar eigen verdienste? 

 

Een zeldzaam hardlooptalent of een goed stel hersens in combinatie met een groot doorzettingsvermogen is vooral een gevolg van de genetische loterij. Bovendien moet je om dat succes te ‘verdienen’ in de gelukkige omstandigheid zijn om jouw talent op de juiste plaats op het juiste moment te hebben. Het land en de tijd waarin je geboren wordt, kunnen bepalend zijn welk talent kansrijk is en welk niet. Met superveel korfbaltalent ga je in Jamaica (maar hier kun je heel veel andere landen noemen) niet echt scoren. Een groot voetbaltalent kan een geweldige inkomstenbron betekenen maar in de jaren zestig van de vorige eeuw had een oud-topvoetballer een sigarenwinkel nodig om in zijn levensonderhoud te voorzien en weer wat langer geleden werd het talent wel gewaardeerd maar leverde het geen stuiver op. En wat moest je met een natuurkundeknobbel in een nomadische samenleving?

 

Om verder te komen in de maatschappij heb je allerlei eigenschappen nodig, het vermogen om door te zetten, om af te zien, om tegenslagen op te kunnen vangen; het zijn elementen van je persoonlijkheid. Die zijn niet zelf gemaakt, ze zijn ook niet door je ouders bij elkaar gegrabbeld in het karakterpakhuis. Die verschillende onderdelen van je persoonlijkheid vormen je persoonlijk kapitaal, je hebt ze dan wel niet uitgekozen, je kunt wel zelf bepalen of je er weinig of veel in investeert; veel onderdelen van je persoonlijk kapitaal gedragen zich als spieren: training maakt ze sterker. Dat geldt voor niet alleen voor je doorzettingsvermogen maar ook voor je intelligentie.

The winner takes all

In een meritocratie wordt je maatschappelijke positie bepaald door je opleidingsniveau. In het Nederlandse onderwijssysteem wordt dat nog eens extra aangezet door het selectieve karakter waarbij op vroege leeftijd een schifting wordt gemaakt tussen cognitief sterke en cognitief zwakke leerlingen. Verreweg de meeste posities in de bovenlaag van de samenleving worden bezet door mensen met een diploma hoger onderwijs; dat geldt voor het parlement, voor de ambtenarij, voor het onderwijs, voor de media, voor de rechterlijke macht. In de meritocratie geldt the winner takes all; een hoge opleiding geeft uitzicht op een goede baan en een hoog salaris; hoger opgeleiden trouwen met elkaar, leven gezonder en langer en hebben kinderen die het op school beter doen én ook nog eens hoger geadviseerd worden. De organisatie van het Nederlandse onderwijs met aan de top categorale gymnasia en aan de onderkant de praktijkscholen,  past niet alleen naadloos bij een meritocratie, het houdt die ook in stand.   

 

Een psychologisch packagedeal

De meritocratische succesformule heeft een faustiaans trekje. Het is een packagedeal, er wordt als het ware een psychologische bijsluiter bij geleverd. ‘Mijn succes is een beloning voor het feit dat ik mijn talenten enorm goed uitgebaat heb: ik heb er jarenlang hard voor moeten werken/ik heb lang moeten studeren/ik heb lange tijd op een houtje moeten bijten/ik heb afgezien van een sociaal leven. Het succes heb ik verdiend, het komt mij toe.’ Gedachten en overtuigingen die zich verankeren in je denkraam.

 

Maar als het waar is dat je het succes zelf verdiend hebt, dan geldt dat ook voor het niet hebben van succes. Wanneer je niet studeert, wanneer je geen carrière maakt, wanneer je niet maatschappelijk succesvol bent, wanneer je de race om maatschappelijk aanzien verliest. Onvermijdelijk nestelt zich het idee in je hoofd dat het je eigen schuld is. Dat je het verprutst hebt, dat je je kansen vergooid hebt. En mocht dat niet gebeuren ‘helpen’ anderen jou wel aan dit gevoel. De Amerikaanse criticus Frank: ‘Voor de progressieve klasse is dit een onwrikbaar idee: als arme mensen niet meer arm willen zijn, moeten arme mensen studeren.’

 

Ook hier treedt een internalisering op van gevoelens en overtuigingen op, dit keer het gevoel van krenking van je zelfbeeld, het gevoel dat je minder bent dan de ander en dat dat ook nog eens je eigen schuld is. Een schrijnend verschil met het antieke idee waarbij je je armzalige positie aanvaardde als gevolg van een door God of door een andere oorzaak bepaalde ordening waar je zelf helemaal geen invloed op had. Daar kreeg je in ieder geval geen minderwaardigheidsgevoel van. 

De waterscheiding in de samenleving

De andere kant van het meritocratisch spectrum ziet er weinig aantrekkelijk uit: the loser gets nothing. Het gevoel verliezer te zijn kan leiden tot een allesoverheersend gevoel van rancune jegens de mensen met mooie baantjes, hun ingewikkelde jargon, hun praatjes over gelijke kansen, kortom, afkeer van de elite. Het heeft laagopgeleiden vervreemd van de gevestigde, zowel linkse als rechtse, partijen. De politieke polarisatie ontstaat tussen laag- en hoogopgeleiden waarbij het diploma van een vorm van hoger onderwijs als waterscheiding fungeert. Het is ook een deel van de verklaring voor de opkomst van het populisme.

 

In de westerse samenleving is het weliswaar bon ton om de niet-succesvolle te helpen maar dat gebeurt op een vitale voorwaarde: dat de misère waarin je verkeert niet je eigen schuld is. Want, zo luidt de meritocratische logica: als de ellende veroorzaakt wordt door verkeerde keuzes die je zelf hebt gemaakt, tsja dan heb je het ongeluk zelf verdiend. De koppeling van voorspoed aan deugdzaamheid produceert vooral onbarmhartigheid.

Pleidooi

Meritocratie belooft succes als eigen verdienste maar op de keper beschouwd is het veeleer een beloning van talenten en eigenschappen die je verworven hebt dankzij de genetische flipperkast, we zijn bovendien het product van onze omgeving en onze tijd. Deze waarheid zou ons tot meer bescheidenheid mogen nopen.

 

Voor winnaars is de eenzijdige focus op opklimmen, talenten ontplooien en succes veeleisend, de jacht naar succes kan je gezondheid ernstig schaden. Verliezers van de meritocratische wedstrijd lopen grote kans op het ontwikkelen van een laag zelfbeeld. De meritocratie is een bron van  disharmonie, een barrière voor een natuurlijk gevoel van solidariteit tussen alle leden van de gemeenschap.

 

Kansen en talenten zijn niet rechtvaardig verdeeld, de crux is of we met die scheve verdeling rechtvaardig omgaan. Het is tijd om afscheid te nemen van het meritocratische karakter van ons onderwijs met zijn eenzijdige nadruk op cognitieve ontwikkeling. Kinderen verschillen en sommigen verdienen juist méér kansen.